Triathlon
Reglement
In een triathlon partij moet je eerst een vastgesteld aantal libre caramboles maken, daarna een vastgesteld aantal bandstoot caramboles en daarna nog één of meer driebanders. Deze aantallen caramboles hangen af van de speelsterkte.
Als je niet speelt moet je tellen/schrijven. De schrijver en de arbiter kondigen het eind van het libre gedeelte aan met: "en nog drie", enz. Bij het bandstoot gedeelte: "en nog twee", enz. Bij driebanden: "en nog één".
Als iemand het vastgestelde aantal libre caramboles bijvoorbeeld met een serie van 2 in de 7e beurt bereikt, zegt de arbiter "noteren twee voor ..., doorgaan met bandstoten". In één en dezelfde beurt wordt de libre serie gevolgd door een bandstoot serie. Zo ook met de overgang van bandstoten naar driebanden.
Tijdens een voorronde speelt ieder op een middag of in een avond twee partijen.
De poule-indeling gebeurt via loting met speelkaarten. In een harten poule van vier begint harten aas tegen harten heer, daarna harten vrouw tegen harten boer. Dan speelt de winnaar van de eerste partij tegen de verliezer van de tweede partij. Als laatste speelt de verliezer van de eerste partij tegen de winnaar van de tweede partij. Idem voor de poules schoppen, ruiten en eventueel klaveren. In een poule van drie deelnemers begint (harten) aas tegen (harten) heer. Daarna de verliezer tegen (harten) vrouw, daarna de winnaar van de eerste partij tegen (harten) vrouw.
Als in een poule met vier spelers twee spelers ongeslagen eindigen, dan geldt het hoogste percentage.
Alleen voor de eerste wedstrijd mag ieder normaal inspelen. Bij de vervolgpartijen mag een speler drie stoten proberen bij wijze van inspelen.
Er is geen nastoot: gelijk spelen is dus niet mogelijk. De nummers één van elke poule gaan naar de finale, aangevuld tot 16 spelers met enige beste nummers twee.